Vanaf januari presenteert Sandra Schuurhof het nieuwe programma Hart van Oranje waarvoor ze Nederlandse en buitenlandse royals wekelijks op de voet volgt. Vaak denken mensen dat ze fan is van het koningshuis. “Dat is niet zo, ik ben wel voorstander, omdat ik zie wat ze voor het land betekenen.”

Hoe was jouw Haagse jeugd?

“Vóór mijn vijfde en vanaf mijn zeventiende woon ik in Den Haag, de periode daartussen in Amsterdam en Alphen aan den Rijn. Omdat veel familie in de hofstad woonde, kwam ik er heel vaak. Ik herinner me de uitjes naar het Zuiderpark nog goed. Toen ik op kamers ging, koos ik bewust voor Den Haag en kwam in het Zeeheldenkwartier terecht. Later woonde ik ook hartje centrum. Eigenlijk wilde ik meteen naar de School voor Journalistiek, maar ik werd eerst drie keer uitgeloot. Tussendoor heb ik even HTS Informatica gedaan en in Griekenland en Spanje gewerkt. Uiteindelijk werd ik aangenomen bij de School voor Journalistiek in Utrecht, maar ik woonde gewoon in Den Haag.”

Je bent bij televisie begonnen als verslaggever, daarna werd je ook presentatrice. Waar gaat je hart het meest naar uit?

“Ik ben een journaliste die ook presenteert. Mijn onderwerpen benader ik journalistiek. Mensen denken soms dat ik fan ben van het koningshuis, maar dat is niet zo. Ik ben wel een voorstander, omdat ik zie hoe belangrijk het instituut is, wat het doet voor het land. Ik heb verslag gedaan van zeker dertig buitenlandse reizen van het koningspaar. Koning Willem-Alexander is koning-koopman. Hij weet Nederland internationaal heel goed te presenteren, echt een visitekaartje.”

Wat is het meest gedenkwaardige dat je op werkgebied in Den Haag hebt gedaan?

“Dat is de bestorming in het Laakkwartier, 15 jaar geleden. Het ging om twee leden van de Hofstadgroep die zich in een huis hadden verschanst. Om 3 uur ’s nachts werd ik uit mijn bed gebeld en ik ben meteen in de auto gesprongen. Een heftige en serieuze zaak, we hadden geen idee wat er allemaal ging gebeuren. Ik heb daar 20 uur lang verslag gedaan.”

Meer lezen? Klik dan hier en lees verder op pagina 138 & 139 van LEVEN! Magazine #43