Toen Jan van Zanen op 1 juli jl. aantrad als eerste burger van Den Haag wist hij waar hij aan begon. Maar dat het zo pittig zou zijn, kon niemand voorzien. Covid-19, rellen, wekelijks grote demonstraties, een afgebroken zomervakantie. “Nee, het was geen zachte landing.”
In Utrecht noemde hij zichzelf ‘Jan van de gemeente’. De nieuwe burgemeester van Den Haag is een man die dicht bij de inwoners wil zijn. Door de fotodagboeken die Jan van Zanen op de website van de gemeente bijhoudt, kan iedereen meekijken in zijn boordevolle agenda en leven. Je leest hoe dagen met vergaderingen, ontmoetingen en telefoongesprekken zich aaneenrijgen.
Hij vertelt dan in detail hoe zijn schema er uitziet, wie hij allemaal ontmoet en dat hij bijvoorbeeld belt met Femke Halsema en luncht met Erica Terpstra. De verslagen lopen ook in het weekend door. Dan ‘fietst’ hij ‘boodschappen in huis’, wandelt door de wijk en werkt hij zich door de stadhuistas met stukken heen. Zaken die anderen misschien liever privé houden, komen gewoon aan bod. Zo ontdek je zijn gewoonte om in de rust van belangrijke voetbalwedstrijden voor een analyse met zijn vader in Edam te bellen.
Versnelde film
De dagboeken geven een openhartig inkijkje in het turbulente leven van onze burgervader. Mindere dagen maakt hij niet mooier dan ze zijn. Toen hij deze zomer zijn vakantie moest afbreken in verband met de dodelijke steekpartij op Scheveningen schrijft hij: ‘Gek om nu al terug te zijn. Het is niet anders’ (11 augustus). Op een dag dat hij gemoedelijk kennismaakt met Duindorp breken ’s avonds rellen uit. ‘Jammer, maar waar’ besluit hij zijn dagboek van 16 oktober.
Hij had zich de kennismaking met de stad vast anders voorgesteld. “In de tien dagen vakantie die ik deze zomer miste, zou ik op de fiets de wijken door. Zonder afspraken wilde ik de stad beter leren kennen,” vertelt hij via een videoverbinding vanuit het stadhuis. “Door de fatale steekpartij en onrust op Scheveningen brak ik mijn vakantie af. Anoniem de wijken bezoeken kon toen niet meer, daarom ging ik eerder aan het werk. Dat ik door de lockdown geen goed afscheid kon nemen in Utrecht en dat ik er in Den Haag veel minder op uit kan dan ik zou willen, is jammer. Als beginnend burgemeester wil ik met en tussen de mensen in deze stad zijn, bij bedrijven langs, studenten ontmoeten. Maar het is klein leed vergeleken met iemand verliezen of wat mensen in de zorg meemaken.” “Vlak voor het herfstreces had ik een half uur een geluksmoment, omdat alles goed liep. Daarna kwam er weer een telefoontje. Tja, Den Haag is levendig; er is altijd wel wat. Mijn landing in deze stad is als een film die versneld wordt afgespeeld. Nee, het was geen zachte landing, het ging gepaard met zijwinden, rukwinden en tegenwind. En dan is er ook nog de storm van Covid-19.”
“ALS IK NOG EEN KEER MIJN VINGER WILDE OPSTEKEN, MOEST HET NU”
Uw overstap naar Den Haag was nogal onverwacht. Utrecht bleef bedroefd achter en zelfs uw ouders wisten van niets. Uw moeder moest huilen toen ze hoorde dat u naar de hofstad ging; ze noemde het een grote enge stad.
“Den Haag is in de beleving een spannende stad. Ik herinner me dat ik mijn vader belde om te vertellen van mijn nieuwe functie en dat hij zich hardop afvroeg of ik hier wel gelukkig van zou worden. Tegelijk zijn mijn ouders supertrots. Voor veel mensen, ook mijn naaste medewerkers in Utrecht, kwam het als een verrassing. Er was ook geen enkele aanleiding om daar weg te gaan. Ik had net bijgetekend voor een nieuwe periode van zes jaar. Maar kijk, ik ben nu 59 jaar. Als ik nog een keer mijn vinger wilde opsteken, moest het nu. En er waren allerlei mensen die me op deze positie wezen. Jan, is het niet iets voor jou? De brief heb ik op het allerlaatste moment geschreven. Dat ging niet zonder slag of stoot. Na 2 uur ging ik naar beneden en zei ik tegen mijn vriendin: ‘Ik krijg het niet op papier’. Uiteindelijk koos ik voor een informele brief en een positieve insteek, echt vanuit mezelf. De gesprekken met de sollicitatie-commissie waren overigens stevig. Al die tijd had ik geen idee of ik het zou worden. Mijn sollicitatie is wonderwel niet uitgelekt, gelukkig maar.”
Wat motiveerde u om te solliciteren voor deze op z’n zachts gezegd uitdagende functie?
“Den Haag is natuurlijk een interessante stad. De onderlinge verschillen tussen de wijken zijn groot. Neem Loosduinen, Laak of het Benoorden- hout. Ik kwam hier al jarenlang twee, drie keer per week. Voor het werk en omdat de inmiddels overleden grootouders van mijn kinderen in het Benoordenhout woonden. Deze stad heeft allure: door het parlement, de ambassades. Het internationale spreekt me zeer aan. Ik studeerde aan Cornell University Law School in New York en deed in eerdere banen buitenlandervaring op. Tegelijk ben ik rationeel. Wat de doorslag gaf, was de bijdrage die ik aan de publieke zaak zou kunnen leveren. Die is in Den Haag net iets groter dan in Utrecht. Maar geloof me, het kostte moeite om de Domstad te verlaten. Ik heb er het langst van mijn leven gewerkt en mijn beide kinderen zijn er geboren. Deze stap is buiten mijn comfort zone. Aan de andere kant: de grootstedelijke problematiek in beide steden is vergelijkbaar. Tot nu toe ben ik in Den Haag geen dossiers tegengekomen waar ik nog nooit van gehoord had. Het tempo, de opeenvolging van gebeurtenissen is wel hoger. En in Utrecht waren de politieke verhoudingen en de samenwerking vriendelijker en organischer.”
“DE ARCHETYPES VAN KOOT & BIE BESTAAN ECHT”
Welke vooroordelen over de stad werden bevestigd? En welke juist ontkracht?
“Den Haag is echt een hele mooie stad. Met het Vredespaleis, het Noordeinde, Huis ten Bosch. En ook Duindorp, een goed aanlegde wijk, of Wateringse Veld. En natuurlijk moet ik de Bosjes van Zanen noemen, alleen al vanwege de naam. Vroeger ging ik met de kinderen al naar dit park bij de Van Alkemadelaan. Ook word ik geraakt door de mensen in deze stad. Die zijn stevig, direct, rauw en welbespraakt. Dat geldt voor mensen uit alle geledingen. Ook ontdekte ik dat de archetypes van Koot & Bie echt bestaan. Ik moet trouwens wel nog even wennen aan de taal. Dat merkte ik bijvoorbeeld tijdens een gesprek met een oudere man in een cafeetje op de Haagse Markt. Hij vertelde me direct zijn levensverhaal, maar ik verstond ‘m niet altijd. Het vertrouwen dat zo iemand in me stelt, ontroert me. Ik had niet gedacht dat dat zo snel zou gaan. Het lijkt ook wel of Hagenaars me vaker groeten dan mensen in Utrecht, maar dat kan ik me ook inbeelden.”
Wat voor burgemeester wilt u zijn?
“Als burgemeester zie ik voor mezelf drie hoofdtaken. Ten eerste de openbare orde en veiligheid. Dan gaat het onder meer over Covid-19, demonstraties en voetbalwedstrijden. Dat klinkt misschien saai, maar het beslaat 60 tot 70% van mijn tijd. Als tweede wil ik bijdragen aan het herstel van het vertrouwen van de samenleving in het college, de gemeenteraad en de ambtenaren. Er waren natuurlijk wat toestanden en integriteitskwesties. Het is mijn rol dat vertrouwen terug te brengen. Overigens vind ik dat de meest succesvolle burgemeester onzichtbaar is. Tot slot wil ik verbindingen tot stand brengen tussen mensen. Iedereen in deze stad draagt bij; elk mens telt mee. De verschillen zijn groot, die kan ik nooit overbruggen, maar ik wil wel proberen bruggen te slaan. Hoe ik dat doe? Ik praat met iedereen. Voor de gedeeltelijke lockdown nodigden we kleine groepen uit voor een ontbijt of lunch in het oude stadhuis aan de Groenmarkt: uit de zorg, sport, CEO’s, MKB-ers, strandondernemers, cultuur. Iedere keer was de kernvraag: wat speelt er voor jullie? Ook wilde ik weten hoe ik als burgemeester zo snel mogelijk groen-geel word? Het is een soort snelcursus, waar we straks als het weer mogelijk is mee doorgaan.”
In de media zien we de eerste antwoorden. Jan van Zanen draagt zowel een mondkapje van ADO als een ‘bekbedakkah’ van Haagse Harry. Hij laat zich fotograferen in een T-shirt van het Haags hiphopcentrum en onthult een muurschildering met een afbeelding van Mariska Veres. En hij etst de hele Laan van Meerdervoort af.
Heeft u plannen om grote evenementen naar Den Haag te halen? In Utrecht was de start van de Tour de France een groot succes.
“Daarvoor is het echt te vroeg. Ik vind het in de ellende met Covid-19 ook niet gepast. Een mooie traditie als Prinsjesdag ging niet door, dat is geen fijne binnenkomer. Ik geloof enorm in evenementen, het maakt niet uit of dat op het gebied van sport, cultuur of ondernemen is. Het verbindt mensen. Laten we beginnen met de Invictus Games, hopelijk kunnen die in 2021 doorgaan. En ik kijk uit naar het voorjaar. Ik ben een man van het licht en van de zee. Hopelijk is alles dan meer ontspannen en kunnen we met frisse moed verder aan de slag. Tot die tijd ga ik door met de ontdekkingsreis in de stad. Ik voel me hier heel welkom en dat waardeer ik zeer.”
TIEN DILEMMA’S
1 Zuiderpark of Zuiderstrand? “Ik hou erg van de zee, maar het Zuiderpark was één van de grootste verrassingen tot nu toe. Ik wist dat het vroeger de thuisbasis van het ADO-stadion was, dus ik verwachtte een groot uitgevallen ‘uitloopveldje’. Ik was zo verbaasd toen ik al dat prachtige groen middenin de stad zag, met de Sportcampus die zo mooi in het park ligt.”
2 Krajicek of Barney? “Richard Krajicek woont al lang niet meer in Den Haag, dus kies ik voor Barney.”
3 Roti of Nasi rames? “Nasi rames vind ik het lekkerst, al sinds mijn jeugd.”
4 Golden Earring of Anouk? “De Golden Earring is één van de oudste rockbands ter wereld. In de huidige bezetting spelen de leden al sinds 1970 samen. Ik ken geen band die al zo lang met elkaar actief is, dat vind ik mooi.”
5 Harry of Jantje? “Dat is logisch… Jantje!”
6 Kurhaus of IJspaleis? “Het IJspaleis is een prachtig gebouw. Elke dag groet ik onze gastheer Ben die enthousiast terug zwaait. Maar ik kies voor het Kurhaus. Ik ben liever buiten het stadhuis: in de stad, tussen de mensen.”
7 Hazelnoottaart of Haagsche Kakker? “De druk op de zorg was dit jaar ongekend. Regelmatig ga ik bij zorgpersoneel langs om hen een hart onder de riem te steken en dan neem ik een Haagsche Kakker mee.”
8 Binnenstad of buitenwijken? “Den Haag heeft allebei. Ik vind de binnenstad en het oude centrum heel mooi, maar ik heb ook buitenwijken met het vele groen gezien. Al- les heeft een eigen karakter en dat maakt het bijzonder. Maar vraag je me: stad of platteland, dan wordt het natuurlijk de stad.”
9 Francis van Broekhuizen of Samantha Steenwijk? “Eigenlijk laat je me nu kiezen tussen opera en Nederlandstalige muziek. Ik ga voor Nederlandstalig en dus wordt het Samantha Steenwijk.”
10 Het Plein of de Grote Markt? “Dat is bijna een onmogelijke keuze, want beide plekken vind ik prachtig. De Grote Markt daar staat Haagse Harry. En doordeweeks zie je op het Plein vaak allerlei mensen van buiten de stad. Fantastisch en goed voor Den Haag. Op de Grote Markt kom je iets meer de échte Hagenaar tegen, dus daar gaat mijn voorkeur naar uit.”
Meer lezen? Klik dan hier en lees verder op pagina’s 8 t/m 13 van LEVEN! Magazine #46