Oude rot in de horeca ontmoet jonge hond. Een gesprek met Maarten Hinloopen, (mede-eigenaar van de zaken op de Grote Markt) en Joe Bogaart (initiatiefnemer van Club Jolí) over de kansen en uitdagingen in de binnenstad.
Als de zon maar even schijnt, stromen de terrassen op de Haagse horecapleinen vol. Voor populaire zaken moet je voor het diner tijdig reserveren. Na de lastige coronajaren genieten bezoekers weer volop van een maaltijd en drankje buiten de deur. Achter de schermen zijn het uitdagende tijden voor veel eigenaren van restaurants en cafés. “De gevolgen van het wereldwijde virus ijlen nog na en de opgebouwde schulden zorgen nu voor faillissementen,” zegt Maarten Hinloopen. De eigenaar van tien Haagse horecazaken draait al heel wat jaren mee. “Maar prijsverhogingen als de laatste twee jaar heb ik nog nooit meegemaakt,” zegt hij aan de koffie in Café Nationaal aan de Prinsegracht, zijn jongste aanwinst.
Nieuwe club
Tien jaar was Maarten voorzitter van de Haagse afdeling van Koninklijke Horeca Nederland, in maart nam hij afscheid. “Lange tijd was er geen inflatie, sindsdien moeten we nog scherper op de prijzen letten. We werken met een hoge omzet en lage marges.” “Hoe oud ben jij?” informeert hij bij gesprekspartner Joe Bogaart. “24? Ah, op die leeftijd begon ik met een compagnon ook mijn eerste zaak.” Dat was discotheek Nastasta aan het Spui. Joe opende in september 2024 zijn Club Jolí in de Kettingstraat, inmiddels een geliefde plek voor uitgaanspubliek. Hoe jong ook, hij heeft al behoorlijk wat ervaring. Wat wil je als je telg bent van de bekendste regionale horecafamilie die onder meer de filialen van Pavarotti en Volle Maan in Leidschendam bezit. “Al snel draaide ik mee,” vertelt Joe. “Maar eerder had ik geen zin om managerstaken op me te nemen. Wel was ik altijd bezig om van een euro er twee te maken: bootjes verhuren op Koningsdag of schoenen verkopen. Tot mijn vader me vroeg waar ik echt blij van zou worden; dat was dus een club. Ik hoor zelf tot de doelgroep.”
Keuze voor uitgaanspubliek
De twee collega’s zagen er de afgelopen tijd in Den Haag veel horeca- zaken bij komen. Maarten: “Er is meer aanbod in de wijken met zaken als Bar Bowie en Toujours L’amour. In de binnenstad zijn teveel winkelmeters. Lange tijd mocht daar geen horeca in gevestigd worden, maar dat is losgelaten. Ik heb bij de gemeente aangegeven dat we moeten uitkijken voor een overvloed aan hetzelfde type zaken voor koffie en lunch.” Beiden zijn blij met de Nachtvisie die vorig jaar verscheen. Joe: “Daardoor is het iets eenvoudiger om een nachtvergunning te krijgen. Hoe meer doelgroepen we kunnen bedienen, hoe beter. Het is goed als het uitgaanspubliek iets te kiezen heeft.”
✍️ Caroline Ludwig
📸 Jort Stengs