Column Rutger Castricum

We gaan een nieuwe tijd in. Althans, dat wil de politiek ons laten geloven. Met de verkiezingen voor de deur komen de begrippen ‘normen en waarden’ en fatsoen weer terug op het strijdtoneel. Tenminste, zo prediktvooral CDA-leider Henri Bontenbal. De wereld staat in de brand, maar we moeten elkaar vooral weer groeten in de supermarkt. Het partijprogramma van de Christendemocraten ademt de sfeer van: Maak eens een praatje met een willekeurige dorps- of stadsgenoot. Verdiep je eens in elkaar. ‘Wat heb jij in je mandje?’; ‘Wat eet jij vanavond?’ Ga gewoon weer eens lekker in gesprek met elkaar. Pak er het liefst een kopje koffie bij met een lekkere Kano.’ Fatsoen. Het is volgens het CDA blijkbaar dé manier om de oorlog in het Midden-Oosten en Oekraïne achter ons te laten. De woningnood zal meteen verdwijnen als sneeuw voor de zon, bestaanszekerheid is er in no time voor iedereen. Stikstofprobleem? Weg. De opwarming van de aarde? Nee hoor, Extinction Rebellion kan zichzelf meteen opheffen. Wat dan wel weer lullig is, want dan hebben er een hoop werklozen niets te doen. Nou ja, wellicht kunnen ze solliciteren op een leuke baan in de supermarkt. Want daar komt immers het fatsoen weer terug, net als de geur van koffie en de ouderwetse gezelligheid. Oh, wat heerlijk. De wereld van Bontenbal, daar wil toch iedereen in leven.

Maar alles leuk en aardig, als de échte wereld in de brand staat, is het toch niet het moment om over fatsoen te gaan beginnen? We hebben wel iets anders aan ons hoofd. Moeten we terug naar de jaren 50? In mijn tv-programma reageerde de CDA-leider vastbesloten op mijn kritiek: ‘Nee hoor, zeker niet, maar alles begint er wel mee. Als we weer normaal tegen elkaar doen, dan is dat uiteindelijk toch echt de oplossing voor veel problemen in onze samenleving. Op dezelfde dag dat ik Bontenbal sprak was ik als dagvoorzitter aanwezig bijeen bedrijfsbijeenkomst van de supermarkt Hoogvliet. En warempel, daar ging het vooral over het belang van saamhorigheid en dat de buurtsuper daar een belangrijke rol in kan spelen. Eenzame mensen een leuk uitjebieden in de supermarkt, waar ze een praatje maken met bekenden, een kopje koffie drinken met een Kano, die ze wel zelf moeten afrekenen uiteraard. De Hoogvliet is natuurlijk Sinterklaas niet. Toen ik deze ambitie van de CEO Edwin de Maa aanhoorde, vond ik het eigenlijk ineens helemaal niet zo gek. Natuurlijk heeft hij vooral een belang bij zoveel mogelijk Hoogvlietklanten, maar door diezelfde klanten saamhorigheid in de buurt te bieden, snijdt het mes wellicht aan twee kanten.

Twee dagen later dronk ik koffie met de grote baas achter uw lievelingsmagazine, ‘LEVEN!’. Jeroen Cieremans, u kent hem wel. De man die de hele dag ongevraagd mensen op straat groet en aanspreekt en met iedereen een kopje koffie drinkt en een gratis Kano aanbiedt. Zo was ik dus ook een keer de klos. Meteen kreeg ik koffie, die overigens van iemand anders bleek te zijn, maar de bedoeling was goed. Met een mond vol koek sprak Jeroen zijn vurige ambities uit over zijn kindje ‘LEVEN!’. ‘Het moet meer een magazine worden dat zowel Hagenaars als Hagenezen met elkaar verbindt. Voor en door de inwoners van Den Haag. Mensen moeten, door het blad te lezen, weer zin krijgen om zich in elkaar te gaan verdiepen. Wat speelt er in de verschillende wijken van Den Haag? Wat is er waar te doen? Meer saamhorigheid.’

Heel eerlijk? Ook in de droom en ambitie van Jeroen zocht ik zwakke plekken, maar weer vond ik ze niet. Net als bij Hoogvliet kan de drift om mensen bij elkaar te brengen en te streven naar meer saamhorigheid in deze tijd best wel weer vernieuwend zijn en is het de goede strijd bovendien. Zelfs voor een beroepscynicus en ras-sarcast zoals ik. Maar om nou CDA te gaan stemmen is dan weer een brug te ver. Ik geloof ook weer niet in álle sprookjes van Bontenbal. Na de verkiezingen zou hij het wellicht beter doen als filiaalhouder van de Hoogvliet met als eerste wapenfeit: gratis koffie met kano’s voor iedereen.