De Chinese cultuur, reizen, al dan niet uitgestorven dieren, stripverhalen, archeologische vondsten, oude mythes. Pepijn van den Nieuwendijk verwerkt tal van persoonlijke fascinaties in zijn kunst. De Haagse kunstenaar maakt tekeningen, schilderijen, sculpturen en kleine objecten van keramiek waarin zijn rijke verbeelding de vrije loop krijgt. Welkom in het Cirque de Pepin.

In zijn atelierwoning aan de Rade in het Haagse stadsdeel Escamp legt hij de laatste hand aan een enorme tekening. Bijna 2 meter hoog en zeker 1,5 meter breed. Sprookjesachtige figuren in fijne inktlijnen op weg naar een gouden ei. De details zijn intrigerend, waardoor je wilt blijven kijken. In acrylinkt vertelt hij op papier sprookjes­achtige verhalen over gedroomde werelden. Daarnaast maakt hij beelden van keramiek. Van kleinere objecten als een draken­kop tot drie meter hoge vazen in Delfts blauw. Pepijn van den Nieuwendijk (Waddinxveen, 1970) onderbreekt de voorbereidingen voor een solotentoonstelling in Rotterdam graag even voor dit gesprek.

Tijdreizen als thema
“In veel van mijn werk komen dieren voor,” licht Pepijn toe bij een kop Chinese Jasmijnthee. “Een dier verbeeld ik als mens en ik dicht hem menselijke eigenschappen toe. Altijd zijn ze onderdeel van een verhaal. Daarvoor haal ik inspiratie uit oude kinderboeken, strips, geschiedenis, de natuur. Tijd­reizen fascineert me. In mijn beleving komt bijvoorbeeld de dodo terug op aarde. Die is al in de 17de eeuw uitgestorven en leefde op Mauritius. Nederlandse zeelieden jaagden op deze vogel om ’m te eten. In mijn werk is de dodo een tijdreiziger die al eeuwen op zoek is naar een veilige plek om te leven, een nieuw paradijs. De mens houdt dit bijzondere dier in stand. In boeken en films als Alice in Wonderland en Ice Age en door liefhebbers als Boudewijn Büch. En ik doe dat nu op mijn manier.”

Liefde voor China
“Reizen maakt het leven rijker, ook het mijne,” vertelt de Haagse kunstenaar. “Voor ik in 2008 voor het eerst naar China vertrok, had ik nog nooit gevlogen.” Die ‘schade’ heeft hij sindsdien ruimschoots ingehaald. Voor de pandemie werkte hij regelmatig in de volksrepubliek waar veel kennis en ervaring met porselein en keramiek aanwezig is.
“Als artist in residence was ik te gast in Fuping. Een maand voor vertrek was er een aardbeving en tijdens mijn verblijf voelde ik soms nog naschokken. Rond mijn bed bleek ik allerlei objecten te hebben verzameld. En ’s nachts schrok ik regelmatig wakker van een vreemd geluid dat me deed denken aan muizen. Zo ontstond het idee voor Het ontwaken van de muis, een sculptuur in keramiek.”
In 2002 werkte hij eerder mee aan een groot ruimtelijk werk in Rotterdam. “Met drie andere kunstenaars vormde ik het collectief de Artoonisten en we mochten het beeld Ode aan Marten Toonder maken. Het is een bank waarop figuren uit zijn werk voorkomen, erboven torent een obelisk uit met in de top Tom Poes, zijn bekendste creatie. Dit beeld kreeg een prominente plek naast de Markthal.”

De Magistraat
In Delft – waar hij ook een atelier heeft – draaien deze weken de ovens overuren. Daar maakt hij hoofdzakelijk keramiek. “De techniek daarvoor is ingewikkeld. Het is een ambachtelijk proces waar onderweg van alles mis kan gaan. Tijdens mijn verblijven in China leerde ik de fijne kneepjes van het vak. Zo ben ik verschillende keren in Jingdezhen geweest, de bakermat van het porselein. In 2013 werkte ik mee aan een tentoonstelling die eerst in Museum Prinsenhof in Delft te zien was en later in het Imperial Porcelain Museum in Jingdezhen. Corona maakte een einde aan deze reizen. Tijdens de lockdowns heb ik het tekenen herontdekt, daar had ik ineens tijd voor. Na de opleiding Grafische en typografische vormgeving aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag schilderde ik hoofdzakelijk. Ook was ik een tijd actief als illustrator voor onder meer KPN. Op papier kan ik veel sneller werken, het vraagt minder voorbereiding.”
Hij bladert door zijn schetsboek en toont – soms al ingekleurde – tekeningen van dodo’s, pagodes, mammoeten. Ook laat hij een afbeelding van De Magistraat zien, een groot werk dat hij in 2020 realiseerde. “Vaak begin ik gewoon ergens. In dit geval met de centrale figuur: een Chinese rechter. De uil staat in de Chinese cultuur voor yang: een beschermende, wijze en intuïtieve energie.” Daar bedenkt hij van alles omheen. In dit geval vliegende vissen, een pompoen met octopusarmen, Chinese wolkjes, rechts bovenin een heilige op een kraanvogel en linksonder een Baartmankruik. De twee vogels die de stoel van de Magistraat dragen, lopen ieder een andere kant op. Ze komen dus niet vooruit.

Wisselwerking oost en west
Delfts blauw komt vaak voor in zijn werk op papier en keramiek. “Als puber was ik vaak aan het graven, archeologie vond ik heel spannend. Op allerlei plekken heb ik vondsten gedaan, bijvoorbeeld scherven uit de 16de eeuw. Later vond ik ook oud keramiek in China. De monochrome kleur van Delfts blauw vind ik prachtig en de geschiedenis is heel rijk. Al sinds het jaar 800 worden in China voorwerpen in deze stijl gemaakt. Delftse pottenbakkers gingen dat vanaf de 17de eeuw imiteren. Er is een continue wisselwerking tussen oost en west.”
In 2019 maakte hij een grote wandschildering in deze stijl bij de Wonderkamers in het Zeeuws Museum. Met de voorwerpen uit de collectie creëerde hij zijn eigen verhaal. Hij ondertekent zijn stukken steevast met Cirque de Pepin. Alsof hij de toeschouwer aan de hand meeneemt en rondleidt in zijn circus. Een droomwereld zonder clowns en trapezewerkers maar rijk aan verhalen, historie en persoonlijke fascinaties. Poëtisch werk dat bol staat van de symboliek.

www.pepijnvandennieuwendijk.com

De solo-expositie Tijdreiziger is van 9 september t/m 6 november te bezoeken bij Gallery Untitled Rotterdam.

Meer lezen? Klik dan hier en lees verder op pagina 26 t/m 29 van LEVEN! Magazine #51

Tekst: Caroline Ludwig / Fotografie: Pepijn van den Nieuwendijk, Studio Buitenhof, Henk de Roij, Lotte Stekelenburg (portret)