Van schilderkunst naar beeldhouwen. Van drijfhout naar brons, via marmer naar glas. Beelden met aan de ene kant vrouwenvormen en aan de andere kant een mannenlichaam. Dualiteit is een thema in zijn leven en in zijn werk.

Toen hij voor het eerst een beitel in het marmer zette, gebeurde er niets. Eppe de Haan, toen nog kunstschilder en docent, volgde een introductiecursus beeldhouwen in Toscane. “Voordat je de techniek een beetje beheerst, ben je jaren verder,” vertelt Eppe de Haan lachend. “Ik had al wel klein plastiek gemaakt: kleine torsjes in boetseerwas.” Hij loopt naar een kast in zijn atelier en laat een paar kleine torso’s zien. “In die tijd was ik voornamelijk schilder en maakte groot werk: schilderijen in olieverf of acryl.”

Weg met de kwasten

Plaats van dit gesprek: zijn atelier aan het Buitenom, vlak achter de Haagse Prinsegracht. Hier is hij terug na een lange periode in Pietrasanta, de Italiaanse kustplaats iets ten noorden van Pisa waar hij al 25 jaar komt. Zijn leven in Toscane wisselt hij af met wonen en werken in Den Haag. In zijn Italiaanse atelier verricht hij noeste fysieke arbeid. Dat is de plek waar hij zich in het zweet en in het stof werkt. In zijn Haagse studio is geen gruis. Hier trekt De Haan zich terug en bedenkt en ontwerpt hij nieuw werk.

Twee werelden

Nieuwsgierig naar Eppe en de rest van zijn werk? Klik dan hier en lees gratis de rapportage op pagina 114 t/m 119 van LEVEN! magazine.

Tekst: Caroline Ludwig
Fotografie: David Buckland (3 Gratiën), Piet Gispen (Portret)