Ruud de Wild noemt zichzelf een taalfetisjist. Vier jaar lang werkte de dj, presentator en kunstenaar samen met twee gastconservatoren aan de expositie ‘Ruud de Wild, songbook’. Vanaf begin oktober is de tentoonstelling over Nederlandse liedjes en liedboeken te bezoeken in Huis van het boek. Een wervelende reis met oude geschriften, de herkomst van liederen en nieuwe interpretaties van bestaande nummers.

“Radiowerk blijft vaak aan de oppervlakte, in het onderwerp van deze expositie kan ik echt verdrinken,” stelt Ruud de Wild (Hilversum, 1969). “Samen met gastconservatoren Garrelt Verhoeven (Uni­versitaire Bibliotheken Leiden) en Martine de Bruin (Meertens
Instituut) dook ik in de herkomst van Nederlandstalige liederen. Van liederen uit de middeleeuwen tot kinderliedjes als ‘Alle eendjes’ en van het ‘Wilhelmus’ tot rapmuziek van Lijpe.” Naast oude liedteksten en -boeken is er onder meer een audiotour waarvoor Ruud in gesprek ging met onder anderen Roxanne Hazes, Guus Meeuwis, Corry Konings en Typhoon. Zijn favoriete liederen in z’n moerstaal kwamen in een persoonlijk songbook terecht.

Hoe kwamen jullie in het Huis van het boek terecht?
“Jaren geleden volgde ik een masterclass Bijzondere Collecties bij de Universiteit van Amsterdam (UVA). Ik doe al mijn hele leven dingen met typografie, het ontwerpen van letters, en ben gek op taal. Bij die masterclass ontmoette ik Garrelt Verhoeven; hij en Martine de Bruin zijn historische experts. Met z’n drieën bedachten we het thema van deze expositie rond de herkomst van liederen. Uit allerlei archieven en collecties zijn stukken geleend, zo kunnen we een compleet overzicht laten zien. Met onder anderen Roxanne Hazes, Novastar en Camerata Trajectina is oude muziek opnieuw tot leven gebracht. Een expositie als deze is nooit eerder gedaan; ik ben er heel trots op.”

Hoe ver gaat jouw liefde voor Nederlandstalige muziek?
“Die gaat heel ver en ook heel lang terug. Ik heb een brede smaak en sluit niets uit. Het varieert van smartlappen tot rap. Ach, ik ben gewoon een sucker voor Nederlands­talige nummers. Van de oude Hazes hield ik al voor hij een cultheld was. Een nummer als ‘Wat is dan liefde’ vind ik super eerlijk. ‘Welterusten meneer de president’ van Boudewijn de Groot is tijdloos. Hij had ook een troubadour uit de middeleeuwen kunnen zijn. Ook prachtig: ‘Zeg me dat het niet zo is’ van Frank Boeijen, ‘Jij’ van Anouk en ‘De Peel in brand’ van Rowwen Hèze. Deze songwriters komen elkaar allemaal tegen in het café van de oneindige literaire kunst.”

Waarin onderscheidt het Nederlandse lied zich van bijvoorbeeld Franse chansons of Engelse songs?
“Melodieën zijn universeel. Het onderscheid zit ’m in de taal, in de tongval en de woorden. De Nederlandse taal is beperkt, in het Engels heb je veel meer woorden tot je beschikking. Daarnaast is het een harde taal, het heeft niet de souplesse van bijvoorbeeld het Frans. Nederlandstalige nummers vind ik kaler, echter en kwetsbaarder. Voor een tekstschrijver of zanger in het Nederlands zijn er meer hobbels op de weg. Het gaat vaak terug naar de eenvoud. Voor mij komen de emoties in Nederlandstalige nummers anders over, veel directer.”

Welke lastige keuzes hebben jullie moeten maken voor deze expositie?
“Wat er in het Huis van het boek getoond wordt, is slechts een kleine selectie van alles wat beschikbaar is. Uit een lange lijst kozen we de tien meest interessantste thema’s, zoals volksliederen, liefdesliedjes, protestsongs, klassiekers en vieze liedjes. We laten de geschiedenis van het lied in ons land zien. En hoe songs met de wereld werden gedeeld. De afstanden waren vroeger een stuk moeilijker te overbruggen dan nu. Dus er waren veel stads- en streekgebonden liedjes. Van mond tot mond gingen ze over. Klassiekers werden op schrift gesteld en later kwamen er bundeltjes. Voor een feest of bruiloft kocht je bladmuziek om de tekst mee te kunnen zingen.”

Waarom waren de jaren 80 van de vorige eeuw zo’n vruchtbaar tijdperk voor Nederlandstalige muziek?
“Dat was de tijd van muziek van eigen bodem, van Doe Maar, De Dijk, Frank Boeijen, Toontje Lager. Alles wat toen uit het buitenland kwam was hartstikke duur, dus hield men het dicht bij huis. Tegenwoordig koop je een rif – een ritmisch basispatroon – in LA en een sample ergens anders. Daardoor zijn muzikanten globetrotters geworden. René Froger verkocht 700.000 items – singles, albums – nadat hij bekend werd met ‘Alles kan een mens gelukkig maken’. Nu krijgt een artiest met 30.000 verkopen al een gouden album. De tijden zijn enorm veranderd.”

Waar komt jouw passie voor taal en typografie vandaan?
“Ik kom uit een familie van drukkers en herinner me het geluid van de drukpers en de geur van inkt nog heel goed. Al mijn hele leven doe ik dingen met typografie. Ook heb ik vroeger gewerkt als copywriter, ik ben echt een taal­fetisjist. In mijn kunst verwerk ik altijd songteksten. Wat ik zelf aan de muur zou willen hangen, bestond niet. Toen ben ik me gaan toeleggen op een concept van schilderijen waarin songteksten een centrale rol spelen. De letters in mijn werk zijn steeds anders en ik snijd ze met de hand uit. Ik heb zelf een nieuw type Helvetica gemaakt. Letterontwerp gaat veel verder dan het alfabet. Alle karakters moeten als een familie bij elkaar horen. Verder ben ik al een tijd bezig met een eigen dichtbundel. Dat vind ik heel spannend, maar die gaat er zeker komen.”

Welke rol speelt Den Haag op Nederlandstalig gebied?
“Den Haag is de bakermat van de pop en de gevoelige rockmuziek. Hagenaren zijn behendig in de taal en bepalend voor de ontwikkeling van het Nederlands. Koot & Bie hebben allerlei woorden aan het vocabulaire toegevoegd en ook in de politiek speelt taalvaardigheid een grote rol. Inwoners van deze stad zijn recht voor hun raap. Wat dat betreft had ik een Hagenees kunnen zijn.”


Ruuds Haagse top-3

1 Over de muur (1983) – Klein Orkest
“Voor mij één van de mooiste Nederlandstalige nummers ooit. Dit nummer zit zo goed in elkaar, ondanks de rammelende Duitse uitspraak.”

2 Jij (2018) – Anouk
“Een rockchick met een Nederlandse ballad. Ik was verbaasd dat ze me mee kon nemen in de emotie. Ik vind het te gek dat ze een Nederlandstalig album heeft gemaakt. Daarvoor is ze aangemoedigd door manager Kees Koning, een groot fan van smartlappen.”

3 Alleen in Dallas (1987) – Johnny Lion
“Dit nummer hoorde ik voor het eerst in het radioprogramma van Curry &
Van Inkel. Mijn oren waren meteen gespitst. Veel eerder, in 1965, had hij
een grote hit met ‘Sophietje’, een ode aan zijn vriendin modeontwerpster en model Sophie van Kleef.”

Nog meer opvallende Nederlandstalige nummers uit Den Haag
• Meisjes van 13 (1970) – Paul van Vliet
• In Den Haag is een laan (1975) – Connie Vandenbos
• Zoek jezelf (1975) – Van Kooten & De Bie
• O, o, Den Haag (1982) – Harry Klorkestein
• Ik hou van mij (2005) – Harrie Jekkers
• De mèsjes ùit Den Haag (De allermooiste meisjes, 2008) – De Règâhs
• Ik vind je lekker (2012) – De Kraaien
• Zonder jou (2013) – Samantha Steenwijk
• Zij weet het (2015) – Tino Martin
• Mijn stad Den Haag (2018) – Jhilani Wijsman
• De langste nacht (2021) – Goldband
• Ik mis mijn kerk (2021) – Prins S. en de Geit
• Avond zonder einde (2022) – Mike Peterson


 

De expositie ‘Ruud de Wild, songbook’ is te bezoeken van 1 oktober 2022 t/m 5 maart 2023 in Huis van het boek aan de Prinsessegracht 30 in Den Haag.

www.huisvanhetboek.nl

Meer lezen? Klik dan hier en lees verder op pagina 8 t/m 11 van LEVEN! Magazine #51

Tekst: Caroline Ludwig / Fotografie: Monique Kooijmans