Hoe gevaarlijk en bedreigend kan een pop zijn in oorlogstijd? De tentoonstelling bij het Nationaal Archief Op de vlucht voor Hitler – De Engelandvaart van de familie Oznowicz laat dat zien aan de hand van het persoonlijke verhaal van Isidore en Françoise, ouders van een van de bekendste poppenspelers van de laatste vijftig jaar.
Op 10 mei 1940 valt Duitsland België binnen, en de inwoners van Antwerpen, waaronder de pasgetrouwde amateur-poppenmakers Isidore Oznowicz en Françoise Ghevaert slaan op de vlucht. Ze reizen via Frankrijk en Casablanca naar Lissabon en vervolgens naar Londen, waar Isidore zich aansluit bij de Koninklijke Nederlandse Prinses Irene Brigade (PIB). Ruim 2100 Nederlanders maken vanuit bezet Europa dezelfde reis om te helpen in de strijd tegen de Duitse bezetter. Deze mensen staan bekend als ‘Engelandvaarders’. In Londen legt de Nederlandse regering in ballingschap uitgebreide dossiers over hen aan. Aan de hand van deze dossiers is de reis van Isidore en Françoise gereconstrueerd, tot grote vreugde van hun zoon Frank Oz. Hij probeert al jaren te achterhalen wat zijn ouders in de oorlog meemaakten.
Een gevaarlijke passie
Voor de oorlog uitbreekt treden Isidore en Françoise in hun vrije tijd op met hun marionetten in Antwerpen. In België is het poppenspel een geliefde kunstvorm, die niet alleen voor kinderen is bedoeld. Het is een satire waarin actualiteit en politiek centraal staan. De poppen, vaak geïnspireerd op beroemdheden en politici, worden in de voorstellingen belachelijk gemaakt. Ook Isidore en Françoise doen hier aan mee. Ze maken een pop van Hitler die ze kunnen laten doen wat ze willen. Na het uitbreken van de oorlog is het in bezit hebben van een Hitlermarionet gevaarlijk. Ze begraven de pop in de achtertuin van de ouders van Françoise.
HET POPPENSPEL IS EEN SATIRE WAARIN ACTUALITEIT EN POLITIEK CENTRAAL STAAN
Wanneer het echtpaar na maanden van omzwervingen in Engeland aankomt, treedt Isidore in dienst van de Koninklijke Nederlandse Prinses Irene Brigade (PIB). Dit Nederlandse legeronderdeel in Groot-Brittannië bestaat uit militairen, Engelandvaarders, buiten Europa wonende Nederlandse dienstplichtigen en vrijwilligers. In de Prinses Irene Brigade wordt Isidore opgeleid tot seiner. Hij leert morsecode en geeft via de radio boodschappen door. Dit is een belangrijke taak, vooral wanneer de brigade vanaf augustus 1944 meevecht met de geallieerde legers. Samen met de rest van de brigade is Isidore betrokken bij de bevrijding van België en Zuid-Nederland.
Van Engeland naar Amerika
Na de bevrijding keren Isidore en Françoise met hun twee zoontjes Ronald en Frank terug naar Antwerpen. Maar hun toekomst ligt niet in Europa. In 1950 emigreren ze naar Amerika en vestigen zich in Californië. Voortaan noemen ze zich Mike en Frances. Hun drie kinderen voeden ze Engelstalig op. De liefde voor het poppentheater reist met hen mee, net als hun marionetten. Als ‘The Oznowicz’s’ treden ze regelmatig op, onder andere in Children’s Fairyland, een pretpark in hun thuisstad Oakland. Hier zet ook hun zoon Frank zijn eerste stappen in het vak van poppenspeler.
Frank Oz is regisseur van twaalf speelfilms waaronder Dirty Rotten Scoundrels en Little Shop of Horrors. Het grote publiek kent hem vooral van zijn vertolking van Miss Piggy, Fozzie Bear, Animal, Bert, Grover en Cookiemonster in The Muppet Show en Sesame Street en van Yoda in Star Wars. Voor deze tentoonstelling stelt hij de marionetten van zijn ouders beschikbaar, waaronder hun bijzondere Hitlerpop die in 1940 in Antwerpen was achtergebleven, begraven in de achtertuin. Het archief van de Engelandvaarders is digitaal beschikbaar op de site van het Nationaal Archief: Reizen van Engelandvaarders: op naam Oznowicz en Oznowicz-Gevaert.
De tentoonstelling Op de vlucht voor Hitler – De Engelandvaart van de familie Oznowicz is vanaf 11 december 2024 tot en met 21 april 2025 te zien in het Nationaal Archief in Den Haag. Kijk voor meer informatie op nationaalarchief.nl
✍️ Mick Choros