Ik ben best fan van onze burgemeester. Daar moet ik wel meteen aan toevoegen dat het geen onvoorwaardelijke liefde is. Aan de start van iedere dag, wanneer onze burgervader zoals gebruikelijk in alle vroegte op slippers zijn sportclub verlaat om aan het werk te gaan, moet hij telkens weer het vertrouwen van zijn onderdanen opnieuw verdienen. De kans dat de liefde overwaait ligt dagelijks op de loer en dat is maar goed ook. Dat houdt ons maar vooral ook hem scherp.

Desalniettemin verdient iedere bestuurder in het publieke domein op voorhand het vertrouwen van zijn of haar onderdanen. En mits de onvermijdelijke missers geen fatale gevolgen hebben, moeten we mild zijn in het gunnen van een tweede kans. Er moet een gezonde wisselwerking zijn tussen vertrouwen geven en vertrouwen verdienen. Zo was ik ooit ook best op de hand van voormalig burgemeester van Den Haag, Pauline Krikke. Maar die liefde bekoelde flink nadat Richard de Mos onder haar bezielende leiding van zijn bed werd gelicht vanwege het afgeven van vergunningen waar ook haar handtekening onder stond (en die achteraf gewoon rechtmatig bleken). Een misser van formaat met fatale politieke gevolgen voor de stad, wat ook ongetwijfeld haar vertrek van het politieke toneel heeft ingeleid.

Ook de burgemeester van Rotterdam, Aboutaleb, is zo vlak voor de finish van zijn voetstuk gevallen. Jarenlang was hij in vele ogen een heel goede burgemeester voor alle Rotterdammers, maar door oliedomme uitglijders in de herfst van zijn burgemeesterschap was de gunfactor ineens niet meer zo vanzelfsprekend. De liefde voor bestuurders komt te voet en gaat te paard. Maar ontegenzeggelijk heeft onze Jan van Zanen wel gewoon gelijk als hij de landelijke politiek en ook ons onderdanen oproept om burgemeesters in deze moeilijke tijd te steunen.

Wilders die liever ziet dat de Amsterdamse burgemeester Halsema het land verlaat, is een mening die mag en kan, maar de vraag is of het uitspreken van die gedachtes door de leider van de grootste landelijke partij, zijn eigen privésituatie en die van zijn kiezers, beter maakt. Het ondermijnen van het lokale gezag en dus van onze eigen orde en veiligheid is met het grootste gemak zelfdestructief te noemen. Ook al is de kritiek aan het adres van Halsema best begrijpelijk, want een pro Palestina demonstratie toestaan op dezelfde plek waar de zwaar beladen Israëlische herdenking van de afslachting op 7 oktober plaatsvindt, kan bestuurlijk handiger, zonder mensen het demonstratierecht te ontnemen. Zo loste onze Jan van Zanen dat een stuk beter op. Toen Extinction Rebellion en Farmers Defence Force tegelijk een demonstratie aankondigden op respectievelijk de A12 en het Malieveld, had onze burgemeester de lijn van Halsema kunnen kiezen en zeggen: Dat sta ik gewoon toe zo dicht bij elkaar, want we hebben nu eenmaal demonstratierecht.

Maar gelukkig hebben wij een burgervader die iets langer nadenkt. Hij besloot de boze boeren te laten demonstreren in het Zuiderpark, ver genoeg verwijderd van de snelwegklevers. Natuurlijk was er gedoe en schade, maar tot een handgemeen tussen beide groepen kwam het niet. En ook al was er hier in Den Haag geen sprake van een tegendemonstratie en in Amsterdam wel, dan had de wet door Halsema uit voorzorg voor de ordehandhaving, ook nét iets anders geïnterpreteerd kunnen worden. Hoe dan ook, gelukkig hebben wij Jan van Zanen. Voor nu dus een hartje in het zand voor onze burgemeester. Maar opgepast, want de vloed is verraderlijk.



✍️
Rutger Castricum
📷 Bas Adriaans