Carolien Adriaansche in de ateliertuin aan de Prinsegracht

Het werk van Carolien Adriaansche zou je kunnen zien als een aanklacht tegen de wegwerpmaatschappij. De Haagse beeldend kunstenaar zette haar wanhoop over de enorme plastic afvalberg om in iets positiefs. “Van al die verspilling werd ik depressief; het maken van kunst stemt me juist vrolijk. Door de boodschap op een leuke manier te verpakken, komt die beter aan.” Met vondsten van het grofvuil en afvalstations maakt ze wonderlijke Floating Cities en Jachttrofeeën.

Het atelier van de Haagse beeldend kunstenaar Carolien Adriaansche houdt het midden tussen een werkplaats, een afvaldepot, een expositieruimte en een Kringloopwinkel. Gesorteerd op kleur en vorm staan tot aan het plafond bakken met plastic afval. Een wereld aan flessen, emmers, doppen, knoflooknetjes, speelgoed, diasledes, bouwmaterialen en meer. Van verpakkingsmaterialen tot afgedankte bestekmandjes uit vaatwasmachines van Zwennes. En van ijsdozen tot pipetpunthouders van de Bloedbank. Je kunt het zo gek niet bedenken of Carolien verwerkt ze in haar kunst. Daarvan is een deel te zien langs de muren van haar werkruimte in de Kunstgreep aan de Haagse Prinsegracht. Dit is al 25 jaar haar creatief domein. Langs een lange wand hangen grappige dieren uit de serie Jachttrofeeën en tussendoor staan miniatuurstadjes – Mini Metropolis – uitgestald.

In de vijver bij het Museon gingen in 2020 twee Floating Cities te water als onderdeel van de expositie ‘Plastic or Planet?

Losgeslagen stad
Haar grootste werk ooit staat op dit moment in het Groninger Museum. De Blauwe stad is 11 meter breed, 2 meter diep en maximaal 3 meter hoog. Het maakt deel uit van de Kinderbiënnale die tot begin november van dit jaar te bezoeken is. Qua afmetingen vormde de vrachtwagen waarmee Carolien alles van Den Haag naar het hoge Noorden verplaatste de begrenzing. “Ik heb het werk in mijn atelier gecreëerd. Alle onderdelen zijn genummerd en in Groningen heb ik alles als een puzzel weer in elkaar gezet. Ter plekke moest er het een en ander gerepareerd worden.” De constructie van dit kunstwerk was eenvoudiger dan eerdere projecten. “Mijn Floating Cities worden altijd in het water geplaatst. Zo dreef er in 2020 een oranje-roze stad in de vijver voor het Museon. Door een draaiwind was op een gegeven moment het touw dat het werk aan de bodem bevestigde helemaal gedraaid en kwam het anker los. Het werk sloeg op drift. Bij de Haagse Hogeschool viel er een stuk gipsplaat op een andere Floating City. Dan trek ik mijn waadpak aan om herstelwerkzaamheden te doen.”

“TOEVAL IS EEN BELANGRIJKE FACTOR IN MIJN WERK”

Inspiratie uit materiaal
Carolien werkt niet volgens een vooropgezet plan. Het materiaal zelf geeft haar de inspiratie voor de uiteindelijke creatie. “Ik ben gek op vormen, structuren en kies altijd voor heldere kleuren. Toeval is een belangrijke factor in mijn werk; ik ben dienend aan het materiaal. Met de plastic onderdelen bouw ik net als met Lego. Ik doe geen aanpassingen en kleur het materiaal niet zelf. Te duidelijke vormen zoals zandbakvormpjes vind ik te bedacht en daarom niet interessant.” Haar achtergrond als theatervormgever zie je terug in de omvang en zeggingskracht van de kunstwerken. Ze studeerde eerst binnenhuisarchitectuur in Rotterdam. Na het afbreken van deze studie voltooide ze de Rietveld Academie. Carolien werkte tien jaar voor gezelschappen onder meer voor Stella Den Haag. Daarnaast maakte ze vrij werk met plastic afval. Zo bedacht ze eigen diersoorten die als eerste in het Nationaal Historisch Museum in Rotterdam werden geëxposeerd. “De serie Jachttrofeeën begon met flessen schoonmaakproducten waar ik opeens dierenhoofden in zag. Daar voegde ik neuzen van doppen en oren van klerenhangers aan toe.” Een aantal trofeeën is aangekocht door het Museum voor Natuurhistorie en Wetenschap te Lissabon, het Europese Parlement in Brussel, Gasunie in Groningen en particulieren in binnen- en buitenland.

Met ‘Wolk’, samengesteld uit 600 wasmiddelflessen, vraagt Carolien aandacht voor microvezels die tijdens een regenbui vrijkomen. De meeste zijn afkomstig uit textiel
Mini Metropolis van blauw plastic. In deze kleur is het meeste afvalmateriaal te vinden
Een Mini Metropolis van 20 bij 20 cm gemaakt met verschillende doppen en een bellenblaasstokje

Vindplaatsen
Toen het werk voor theater niet langer te combineren was met haar jonge kinderen stond ze als beroepskunstenaar voor de klas. Haar naam was de Afvaljuf. In het begin speurde Carolien het grofvuil af in de hoop felgekleurde kratten of een wasmand aan te treffen. “Ook snuffelde ik in bouwcontainers om afvalmaterialen te vinden. Het is altijd een verrassing wat je tegenkomt. Bekenden vroeg ik om plastic afval voor me te bewaren. Als souvenir van buitenlandse vakanties nam ik altijd wasmiddelflessen mee. Op een gegeven moment had ik zoveel van het product dat ik als ik ergens op bezoek ging een melkpak met wasmiddel meebracht in plaats van een fles wijn. Voor de workshops op scholen had ik al snel meer materiaal nodig. Op de Haagse Markt maakte ik afspraken met kooplui om plastic verpakkingsmateriaal voor me te bewaren. Ook legde ik contact met bedrijven. Bij witgoedhandelaar Zwennes verzamelt ze onder meer bestekbakjes uit vaatwassers. Na lang aandringen kan ze bij de Haagse Milieu Service bijzondere plastic stukken uitzoeken.”

Snellere bewustwording
Met haar creaties vraagt Carolien aandacht voor overconsumptie en de gevolgen daarvan voor onze aarde. De transitie gaat haar niet snel genoeg. “Plastic is een goedkoop materiaal en mensen hechten er weinig waarde aan. Zelf probeer ik zo min mogelijk afval te produceren. Ik heb bijvoorbeeld altijd een afsluitbare koffiebeker in mijn tas zodat ik die onderweg niet hoef te kopen. We moeten zo snel mogelijk ons gedrag veranderen. Het begint met minder kopen. Bijna alles wat we aanschaffen wordt op een gegeven moment afval.” Gelukkig ziet ze ook positieve veranderingen. In de bouw worden materialen vaker gerecycled en door het invoeren van statiegeld gaat het inzamelen beter. “Door het gebruik van kleurloze PET-flessen is er een afname van kleuren en modellen. Ook voor mij wordt de aanwas dus minder.” Voor Carolien is een kunstwerk nooit af. ‘Wolk’, bestaande uit witte schoonmaakmiddelflessen, heeft al verschillende verschijningsvormen gehad. Het startte met 600 flessen maar inmiddels telt dit hangende sculptuur er 1.000. Ze ziet haar werk als een visueel symbool van ons consumptiegedrag. “Door de boodschap op een positieve manier te brengen, in de vorm van kunst, hoop ik een zaadje te planten. Wie zich eenmaal bewust is van de impact van plastic gaat er hopelijk op een andere manier mee om.”

Carolien in een waadpak bij een Floating City in Leiderdorp
‘New Biodiversity’ is een collectie zeesterren met bodems van plastic flessen. Ze waren in 2018 te zien in het Nationaal Museum voor Natuurhistorie en Wetenschap in Lissabon

 

carolienadriaansche.nl

✍️  Caroline Ludwig
📷  Jhoeko, Gonçalo Portguês